image/svg+xml

Het spoor in Losser

Verhaal

Het spoor in Losser

Plaatje bij verhaal: 0315c_gronausestraat_spoor_dorpsbeek_katholieke_maria_geboorte_kerk_1350x900.jpg

‘De toestand der wegen in deze gemeente is over het algemeen ongunstig’, schrijft mr. Essink omstreeks 1890 in zijn verslag voor het ‘Onderzoek naar den toestand van den Landbouw in Nederland’. Gelukkig waren er ook in Losser mensen die inzagen dat goede verbindingen onmisbaar waren voor de ontwikkeling van het dorp. De Losserse burgemeester J.A. Warnaars was één van die mensen. Toen op 16 november 1893 in Oldenzaal enkele industriëlen uit Gronau samen met de heren D. en H. Gelderman en mr. Essink vergaderden over de aanleg van een tramlijn van Oldenzaal over Losser naar Gronau was onze burgemeester daarbij aanwezig. De aanwezige heren stelden zich samen garant voor de kosten van opmeting en tekening van de spoorlijn. Aan de vergadering waren al de nodige voorbereidingen voorafgegaan, want nog geen maand later stelt het gemeentebestuur van Losser de voorwaarden vast voor de concessie die nodig is om ‘rails in de wegen der gemeente Losser te mogen leggen’. Uiteindelijk zal de lijn vanaf Oldenzaal ook worden doorgetrokken naar Denekamp. In 1894 wordt al begonnen met het verwerven van de benodigde gronden. In 1896 wordt het initiatief overgedragen aan de in dat jaar opgerichte N.V. Nederlandsch-Westfaalsche Stoomtram-Maatschappij. Warnaars maakt deel uit van de Raad van Bestuur. Hij is ook aandeelhouder evenals de Losserse winkelier G.J. Blokhoff.

In 1895 was de verwachting dat er in beide richtingen drie treinen per dag zouden gaan rijden en daarnaast een werkliedentrein van Losser naar Gronau en terug. Er werkten toen 650 arbeiders uit Losser in Gronau. Goederenwagons reden in eerste instantie in reizigerstreinen mee. Pas later zouden er ook speciale goederentreinen gaan rijden.

In 1900 waren alle benodigde concessies verkregen en toen begin 1901 ook het onteigeningsrecht was verleend kon met de verwerving van gronden worden begonnen. In 1900 was ook al gestart met het uitzetten van het tracé dat in de gemeente Losser als volgt liep: Na de kruising met de ‘kunstweg’ Oldenzaal-Enschede lagen de rails in de rechterberm van de weg naar Losser. In Losser liep de trambaan dwars door het dorp en voorbij Losser tot Glane weer in de berm van de zandweg. Er waren verschillende stopplaatsen: Kalkzandsteenfabriek – Bethlehem - Ter Denge - de Klomp -Station Losser – Essenhuis - Station Glane.

In juni 1902 was de bouw van de stationsgebouwen in Losser en in Glane al klaar en er werd druk gewerkt aan de aanleg van de ‘baan’. Op 2 mei 1903 meldt de krant dat de lijn nagenoeg voltooid is en dat men gehoord heeft dat er binnenkort een proefrit gemaakt zal worden. Op 18 juli 1903 vindt de feestelijke opening plaats.

Voor de feesttrein die dan rijdt zijn 200 kaartjes à één gulden voor het publiek beschikbaar. Daarnaast waren er vele notabelen die de eerste rit op uitnodiging meemaakten. Onder hen vanzelfsprekend burgemeester Warnaars, die op het station Glane de inzittenden van de trein welkom heette op Nederlands grondgebied en de wens uitsprak dat de lijn veel mocht bijdragen tot de bloei van de gemeente Losser.

Exploitatie

Commercieel werd de exploitatie niet direct een groot succes. Tot 1913 ontvingen aandeelhouders geen of slechts een matig dividend en daarna gooide de Eerste Wereldoorlog roet in het eten. De grenzen gingen dicht waardoor ook het arbeidersvervoer naar Gronau kwam stil te liggen. Aan het eind van de oorlog kwam daar het vervoer naar Enschede voor in de plaats. 1920 en 1921 zijn topjaren en kan er 9,75 resp. 12% dividend worden uitgekeerd. Daarna blijft het rendement redelijk met nog een uitschieter naar boven in 1929. Het is niet onmogelijk dat die goede resultaten mee het gevolg zijn van de komst van twee belangrijke nieuwe klanten in Losser: de textielfabriek van Van Heek en de melkfabriek ‘Dinkelland’. In 1929 wordt ook de hoogste omzet ooit behaald (fl. 96.460) en bedraagt de winst fl. 20.800. Misschien dat men het door de goede resultaten toen ook aandurfde om de stations in Losser en Denekamp op het elektriciteitsnet aan te sluiten. En dat terwijl Losser al sinds 1 januari 1919 over elektriciteit beschikte!

Het tarief in 1903Na 1931 ging het snel bergafwaarts met de resultaten. De fiets en de autobus waren geduchte concurrenten geworden. De firma Hassing begon in 1924 met een autobusdienst Overdinkel-Losser-Enschede. De bus bracht de reizigers tot midden in de dorpen en steden. Bovendien was de bus veel comfortabeler dan de tram met zijn houten banken. Daar kwam ook nog bij dat Losser intussen veel meer op het sterker gegroeide Enschede was georiënteerd dan op Oldenzaal. Door de grote economische crisis na de ‘beurskrach’ van 1929 zakte het vervoer op de lijn steeds verder in. In 1934, slechts vijf jaar na het topjaar 1929, bedroeg de omzet nog maar fl. 40.034. Per 1 januari 1936 werd daarom de reizigersdienst gestaakt.

Het vervoer van wagenladingen van Oldenzaal naar Glane bleef gehandhaafd, maar werd een jaar later op 22 mei 1937 ingekort tot Oldenzaal - Losser. In oktober 1934 bestond in Losser al een actiecomité dat zich inzetten voor het behoud van de tramdienst vooral voor het goederenvervoer. Van dit comité maakten o.a. de heren H.J.P. van Heek, J. Th. ten Brink, H.N. Nusmeijer en B. Bulter deel uit. Het gemeentebestuur ondersteunde het comité in principe van harte, maar had gezien de deplorabele toestand van de gemeentefinanciën nauwelijks mogelijkheden om de steun in geld tot uitdrukking te brengen. Uiteindelijk komt het toch voor elkaar. De gemeente betaalt jaarlijks fl. 250 als bijdrage in de exploitatiekosten van de lijn. Losserse ondernemers, onder aanvoering van de directie van N.V. Textielmaatschappij L. van Heek en Zonen, garanderen een jaarlijkse bevrachting van minimaal 5000 ton. De afspraken gelden tot 31 december 1940 en daarna zal de zaak opnieuw worden bekeken. In oktober 1940 kan Van Heek melden dat het voortbestaan van de spoorlijn weer met vijf jaar zal worden verlengd en vraagt om verlenging van de gemeentelijke subsidie. Inmiddels is het oorlog geworden en Nederland is bezet. In 1941 krijgen de Duisters behoefte aan spoorwegmateriaal voor gebruik aan het Oostfront en vorderen in januari 1942 bij de NS 500 kilometer rails en dwarsliggers. Om aan deze eis te voldoen wordt een aantal minder belangrijke spoor- en tramlijnen opgebroken. Tot deze lijnen behoort ook Oldenzaal - Glane. Zodoende eindigt op 3 augustus 1942 het goederenvervoer van Oldenzaal naar Losser. Onmiddellijk daarna begint men met het opbreken van de rails.

Na de oorlog

Op dat moment denkt (bijna) iedereen dat er voor altijd een eind is gekomen aan de tramlijn in Losser, maar bij Van Heek geven ze de moed niet gauw op. Op 1 september 1942 al nodigt de directie het gemeentebestuur uit voor een vergadering bij Hotel Smit ter bespreking van maatregelen voor de eventuele herlegging van de spoorlijn na de oorlog! Over het resultaat van de bespreking is niets bekend, maar op 29 juli 1949 rijdt er weer een goederentrein in Losser. Nu niet meer vanaf Oldenzaal maar vanaf Glanerbrug. Van Losser tot Glane is sprake van ‘herlegging’ in het oude tracé. Het gedeelte van Glane naar Glanerbrug is nieuw en blijft tot omstreeks 1970 één van de weinige nieuw aangelegde spoorlijnen in Nederland van na de oorlog.

In de jaren na 1970 vindt een grote sanering van het goederenvervoer over rails plaats. Tal van vroegere lokaalspoorwegen worden opgeheven. Ook Glanerbrug - Losser komt aan de beurt. Op 26 mei 1972 vertrekt er voor het laatst een ‘sik’ met vier goederenwagons uit Losser. Met het opbreken van de rails in de eerste dagen van 1975 verdween de laatste tastbare herinnering aan het spoorwegvervoer in Losser. Het stationsgebouw was al in 1966 afgebroken.

Georg van Slageren eerder gepubliceerd in Oet Dorp en Marke 2011-3

Geraadpleegde literatuur:

Op en om een klein stationnetje … (De geschiedenis van ‘het spoor’ in een klein dorp in Twente), door Georg van Slageren, uitgave Stichting Historische Kring Losser (2003) 

Overname (geheel of gedeeltelijk) en publicatie van dit artikel en foto's is alleen toegestaan met toestemming van de redactie HKL en bronvermelding.

Auteur:George van Slageren in Oet Dorp en Marke 2011-3
Trefwoorden:(Water) wegen en spoorwegen > Spoorwegen en station, Losser, Historie, Spoor, Tram, IJzeren Eeuw Overijssel
Periode:1890-1975
Locatie:Losser gemeente
Thema's:De industriële revolutie in Overijssel

Reacties

Erg leuk om te lezen, nooit deze historie gekend. Ben dan ook van bouwjaar 75
Algemeen door anoniem op 23 Mar 2017 om 20:18:24

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.